knack gutwirth voorhoof_jpegJuristen Serge Gutwirth en Dirk Voorhoof spreken duidelijke taal. Ze analyseren het verloop van de zitting van 15 januari, het verstekvonnis van 12 februari en hopen dat de elf milieuactivisten nu wel een eerlijk proces krijgen. Ze geven de rechters van Dendermonde alvast mee dat die ook de mogelijkheid hebben om de actievoerders niet als criminele bendeleden te stigmatiseren en de buitensporige veroordelingen tot gevangenisstraffen in te trekken.

Knack, 27 maart 2013, p. 92-93 “Speakers’ Corner”

 

Screen shot 2013-03-28 at 15.24.16

De tekst verscheen ook in uitgebreide versie in de Juristenkrant van 28 maart 2013

De elf milieuactivisten die bij verstek tot effectieve gevangenisstraffen werden veroordeeld wegens het vernielen van een veld met genetisch gemodificeerde aardappelen in Wetteren, verschijnen binnenkort opnieuw voor de rechtbank. Serge Gutwirth en Dirk Voorhoof hopen dat ze nu wél een eerlijk proces krijgen.

Op 29 mei 2011 werd een actiedag georganiseerd tegen een veldexperiment met genetisch gemodificeerde aardappelen, op terreinen van de UGent, in Wetteren. Op het einde van de actiedag werd het aardappelveld bestormd. Er waren vernielingen op en rond het veldexperiment en enkele politiemensen raakten lichtgewond bij schermutselingen met de betogers. Tegen elf actievoerders werd vervolging ingesteld wegens vernielingen, geweldpleging en bendevorming. Op 15 januari kwam de zaak voor de correctionele rechtbank in Dendermonde.

De beklaagden en hun advocaten waren die dag in de rechtbank aanwezig, samen met honderden sympathisanten. Daar zijn ook beelden van. Toch schrijft de rechtbank in het vonnis dat de beklaagden ‘niet verschenen zijn, noch iemand voor hen’, en dat ze dus ‘verstek lieten’. Een bizar uitgangspunt. De advocaten en beklaagden waren immers wel aanwezig, maar verlieten later de zitting omdat de rechtbank weigerde kennis te nemen van beeldmateriaal dat een andere versie kon laten zien dan wat de beklaagden in de processen- verbaal van de politie ten laste werd gelegd. De rechtbank weigerde ook specialisten inzake genetisch gemodificeerde organismen als getuige te horen. Om te bewijzen dat hun actie noodzakelijk was om een hoger belang te vrijwaren (volksgezondheid, milieu, landbouw of participatieve democratie) moesten de milieuactivisten wel experts mobiliseren om hun stelling voor de rechtbank hard te maken. Door dat af te wijzen heeft de rechtbank een wettige en rechtmatige verdedigingsstrategie onderuitgehaald, wat neerkomt op een schending van het recht van verdediging.

Dat de activisten toen uit protest de zaal verlieten, en dat dit in het vonnis omgezet wordt tot ‘verstek’, alsof helemaal geen verdediging is gevoerd, is een grove vertekening van de werkelijkheid. Een vertekening die overigens voor het verdere verloop van de zitting bepalend is geweest: de rechters hebben zich, zoals blijkbaar gebruikelijk bij verstek-zaken, niet bekommerd om de verweermiddelen van de verdediging. De rechtbank nam klakkeloos de versie van het Openbaar Ministerie over en kwam bij elk van de elf beklaagden tot de conclusie dat de feiten ‘duidelijk’ of ‘zonder twijfel’ bewezen waren.

Maar zijn de rechters bij verstek verplicht om het OM lijdzaam te volgen, alsof er geen andere partij is? Nee, natuurlijk niet! Zeker niet als er een goed gevuld dossier met conclusies beschikbaar is, waarvan de rechter kennis neemt vóór de zitting. Dan doen alsof de partij er nooit is geweest, getuigt niet echt van een bijzonder engagement voor een kwaliteitsvolle en accurate rechtspleging.

De activisten en hun advocaten waren aanwezig op de zitting, maar verlieten de zaal omdat ze geen eerlijk recht van verdediging kregen.

Noodtoestand en vrije meningsuiting

De vaststelling van een misdrijf is maar een eerste stap. Daarna rijst de vraag of het misdrijf vanuit juridisch oogpunt gerechtvaardigd of verschoond kan worden, dan wel ‘verzachtende omstandigheden’ kunnen worden ingeroepen. Bovendien moet, conform het Europees Mensenrechtenverdrag, ook nog gemotiveerd worden waarom een veroordeling, die immers neerkomt op een inmenging in het recht op betogen en op de expressievrijheid van de activisten, beantwoordt aan een dwingende sociale behoefte in een democratische samenleving. In de huidige zaak is dat van het allergrootste belang, want de activisten beroepen zich zowel op de noodtoestand, als op de vrijheden van meningsuiting, vereniging en vreedzame vergadering (art. 10 en 11 EVRM).

Om het eerste punt te maken moeten ze, zoals gezegd, kunnen aantonen dat de waarde waarvoor zij tijdens de actie opkwamen ‘hoger’ was dan de waarde die door het misdrijf beschermd wordt. Bewijst de actie op en rond het veldexperiment juist niet dat het maatschappelijk debat over het ggo-experiment toen pas echt op gang is gekomen? Wie zou van het ggo-experiment in open veld en de risico’s die ermee verbonden zijn geweten hebben, zonder de actie?

Moest de strafrechter niet ook minstens rekening houden met de onwettigheid van de veldproef zoals die werd vastgesteld in het vonnis van 1 augustus 2012 door de voorzitter van de rechtbank van Gent? (Voorz. Rb. Gent, Greenpeace t. de Belgische Staat en UGent). De Gentse rechter heeft immers geoordeeld dat het vergunningsbesluit voor de veldproef onvoldoende gemotiveerd was, dat het geen rekening hield met de negatieve adviezen van een aantal experts, dat het stap-voor-stapbeginsel was verwaarloosd en dat het geen voldoende neerslag bevatte van de wettelijk verplichte gezondheids- en leefmilieurisicobeoordeling van de veldproef. Het vonnis maakt duidelijk dat het vergunningsbesluit en meteen ook de veldproef zelf onwettig zijn. Toch vond de rechter het ‘niet opportuun’ om de veldproef te laten stopzetten, omdat niet concreet bewezen was dat er ook daadwerkelijke schade was aan de volksgezondheid en het milieu, en ook wel omdat er al zoveel geld in was geïnvesteerd.

Wat men ook over ggo’s en hun gevaren denkt, het inroepen van de noodtoestand door de actievoerders is in dit geval een volstrekt rechtmatige keuze van de verdediging, die de mogelijkheid moet krijgen hiervoor bewijsmateriaal en getuigenissen aan te voeren. De weigering door de Dendermondse rechtbank om dit verweermiddel minstens een kans te geven en te evalueren, is een negatie van het recht op verdediging van de beklaagden.

Dat het recht op collectieve meningsuiting via een demonstratie, zeker in het licht van het voorgaande, aanleiding kan geven tot bepaalde fysieke acties, moet zeker ook voorwerp van argumentatie door de beklaagden kunnen zijn. Zelfs zonder verweer had de rechtbank dit aspect ambtshalve mee in overweging moeten nemen, het gaat tenslotte om een grondrecht.

In plaats daarvan worden nu politieke actie en milieuactivisme gecriminaliseerd, terwijl die zich richtten tegen een onwettige veldproef. Voor alle duidelijkheid: we willen niet gezegd hebben dat dit automatisch de elf activisten vrijpleit. Maar deze context is wel belangrijk en moet minstens worden meegenomen in de overwegingen en het eindoordeel van de rechters.

Bende

We kunnen alleen maar hopen dat politie en justitie anders te werk gaan met echte criminele bendes.

Dat de correctionele rechtbank van Dendermonde de elf milieuactivisten uiteindelijk heeft veroordeeld wegens ‘bendevorming’, is alarmerend. De strafwet moet immers strikt en beperkend geïnterpreteerd worden. Tot nu toe is daar ook zorgvuldig op toegezien, zoals in sociale conflicten waarbij actievoerders wetten overtreden en schade aanrichten. In zulke gevallen wordt ‘bendevorming’ terecht in de la gelaten of afgeblokt door de rechters. Idem dito wanneer actievoerders van Greenpeace, na een klacht van Electrabel en andere industriële spelers, worden vervolgd. Bij de roemruchte boerenbetogingen was evenmin sprake van bendevorming.

Opmerkelijk dus dat de rechtbank van Dendermonde oordeelt dat er in het geval van de actievoeders in Wetteren wel sprake is van criminele bendevorming. Terwijl uit het vonnis blijkt dat er vooraf overleg is geweest tussen de organisatoren van de actiedag, de politie en de burgemeester en dat ook tijdens de actiedag tussen politie en actievoerders afspraken zijn gemaakt. We kunnen alleen maar hopen dat politie en justitie anders te werk gaan met echte criminele bendes.

Op 2 april gaat in Dendermonde het proces tegen de elf opnieuw van start, na verzet. Meteen een nieuwe test voor de Belgische justitie. Kiezen de rechters voor de repressie, de ongenuanceerde bescherming van een onwettige veldproef en de ermee samenhangende belangen van de agro-industrie? Of krijgen de actievoerders deze keer een eerlijke kans om hun actie te rechtvaardigen of te verschonen in het kader van een belangrijk maatschappelijk debat over volksgezondheid, leefmilieu en politieke vrijheden? De rechters hebben ook de mogelijkheid om de jonge actievoerders niet als criminele bendeleden te stigmatiseren en de volstrekt buitensporige veroordelingen tot gevangenisstraffen in te trekken.

Lees de uitgebreide versie van dit opiniestuk in De Juristenkrant hier. Serge Gutwirth is gewoon hoogleraar aan de VUB en directeur van de onderzoeksgroep Law,

Science, Technology and Society.

Dirk Voorhoof is gewoon hoogleraar aan de UGent, lid van het Human Rights Centre en van de Liga voor Mensenrechten.