Op 2 oktober gaf de bevoegde Adviesraad voor de Bioveiligheid een gunstig advies over de aanvraag van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) voor de aanplant van een zevenjarig ggo-populierenbosje te Wetteren, waarbij slechts drie van de twaalf leden zich positief uitspraken, en ondanks fel protest van twee experten. Er werd niet eens over dit dossier vergaderd, laat staan gestemd!

Uiteraard is dit ‘positieve’ advies geen groen licht, maar een oranje licht, en kunnen de bevoegde ministers hun verantwoordelijkheid nog opnemen en de veldproef alsnog verbieden. Als ze de vergunning afleveren zouden ze dit doen op basis van een wettelijk verplicht ongeldig advies.

Het GGO-populieren experiment is bizar. De bomen zijn genetisch gemanipuleerd om een makkelijker afbreekbare vorm van lignine te bevatten. Lignine is de stof die boomstammen hun stevigheid geeft. Deze genetische manipulatie zou het makkelijker maken het hout te verwerken tot ‘biobrandstof’. Maar blijkbaar geen haar op de wijze hoofden die eraan denkt wat er zou kunnen gebeuren als deze bomen grootschalig geteeld worden en hun pollen verspreiden naar inheemse populieren – dat wordt een slap bos! Een baanbrekend nieuw rapport over GGO-bomen met heel wat nieuwe gegevens die aanmanen tot voorzichtigheid verscheen deze week. Wij vroegen de ministers alvast meer advies in te winnen alvorens een beslissing te nemen in dit dossier.

OPEN BRIEF aan Minister Laurette ONKELINX (Volksgezondheid fed.), Minister Sabine LARUELLE (Landbouw fed.), Staatssecretaris Melchior WATHELET (Leefmilieu fed.) en Minister Joke SCHAUVLIEGE (Leefmilieu VL)

Betreft: Geknoei en onenigheid in de bioveiligheidsraad. Bijkomend advies nodig alvorens een GGO bos in Vlaanderen aan te planten

Brussel, 15 oktober 2013

Geachte Ministers,
Geachte Staatssecretaris,

We schrijven u naar aanleiding van het debacle rond het advies over het GGO populierenbos te Wetteren, begin deze maand in de Adviesraad voor Bioveiligheid. Binnenkort zult u een beslissing moeten nemen om al dan niet toestemming te verlenen voor de aanplanting van dit bosje door het Vlaams Instituut van Biotechnologie.

Op 2 oktober heeft de bioveiligheidsraad u een voorwaardelijk positief advies overgemaakt op basis van drie stemmen voor en twee stemmen tegen [1], en na het ontvangen van honderden kritische bezwaarschriften. De andere leden van de raad hebben zich onthouden van stemming. Er is zelfs niet vergaderd over dit advies.
In totaal hebben zich dus slechts vijf van de twaalf leden uitgesproken, waarbij twee experten oordelen dat er veel te weinig onderzoek is gebeurd naar de mogelijke risico’s voor mens en milieu. Is een grondige risico-inschatting van de introductie van ggo’s in het milieu, ook al betreft het een proefveld, niet de kerntaak van de bioveiligheidsraad? Zonder degelijk onderzoek preciseert het advies vervolgens dat het “weinig waarschijnlijk” is dat de proef risico’s voor het leefmilieu, gezondheid van dieren of mensen inhoudt. Dat komt weinig geloofwaardig over, temeer nadat er op verschillende vragen van experten om meer gegevens hierrond, geen enkel antwoord is gekomen. Zeven experten spraken zich niet uit over het dossier. Is het mogelijk dat ze simpelweg te weinig informatie ter beschikking hadden om gefundeerd een advies te kunnen verlenen?

Bovendien stellen we vast uit het advies, dat verscheidene inbreuken op het interne reglement gepleegd zijn [2]. De bioveiligheidsraad is het belangrijkste orgaan dat burgers hebben met betrekking tot het waken over risicobeheer bij het bewust introduceren van genetisch gemanipuleerde gewassen in het leefmilieu. Het minste dat wij als burger zouden verwachten is dat het huishoudelijk reglement, de afgesproken manier van besluitvorming, gerespecteerd wordt [3].

• Geen enkele vergadering werd georganiseerd over de proef. Noch over de aanvraag, noch over het advies. Nochtans hebben de experten hier recht op (artikel 7).
• Hoewel er geen consensus werd bereikt, vond geen geldige stemming plaats wat nodig is volgens artikel 13. Zie hierover de reactie van Philippe Baret [4]. Bij stemming moet twee derde van de experten deelnemen (Artikel 10.2), wat niet het geval is geweest.
• Daarnaast is het als burger onmogelijk om andere inbreuken tegen het huishoudelijk reglement vast te stellen. Hiervoor is er simpelweg momenteel te weinig transparantie over de werking van de bioveiligheidsraad. Dit lijkt in strijd met artikel 24.

Een expert evalueert het dossier negatief wegens het gebruik van antibiotica resistente genen in de geplande proef (tegenstrijdig met Europese richtlijnen punt 2, artikel 4 van 2001/18 EU). Twee experten benadrukken dat er niet voldoende informatie voorhanden is voor een ‘science-based’ risico-analyse [5]. Op 9 oktober verscheen een nieuw baanbrekend rapport over Genetisch Gemodificeerde bomen door het Center for Food Safety. Het rapport vraagt beleidsmakers om het voorzichtigheidsprincipe te respecteren alvorens te kiezen voor GGO-bomen. Moet deze nieuwe evidentie niet mee in beschouwing genomen worden alvorens een besluit te nemen in deze zaak?

Het bovenstaande in beschouwing genomen, achten de bevoegde ministers en staatssecretaris het niet noodzakelijk om bijkomend onderzoek te laten uitvoeren, alvorens over te gaan tot een gefundeerde beslissing?
Dit zou bijvoorbeeld kunnen door het inlassen van een tweede consultatieronde over dit dossier. In annex geven we hierover ideeen. Zolang een betere werking van de bioveiligheidsraad niet gegarandeerd kan worden, vragen we ook om alle experimenten met genetisch gemanipuleerde organismen in de openlucht een halt toe te roepen.

Los van bovenstaande wensen we de ministers en staatssecretaris er aan te herinneren dat de bioveiligheidsraad zich enkel uitspreekt over risico’s verbonden aan het leefmilieu en de volksgezondheid. De bevoegde ministers mogen in hun oordeel echter ook andere zaken laten meespelen, zoals de maatschappelijke impact en wenselijkheid van de GGO.
De keuze voor een bio-economie op basis van genetisch gemanipuleerde gewassen heeft nood aan een maatschappelijke debat dat breed gevoerd moet worden. Wat zijn de sociaal-economische gevolgen van een ggo-gebaseerde bio-economie? Welke meerwaarden bieden ggo-bomen in de productie van biomassa? Worden er wel jobs gecreerd? Wat voor jobs of meerwaarden zijn dat dan? In het belang van wie? Wat zijn de gevolgen voor landgebruik hier en elders? Etc.

We kijken uit naar uw reactie en zijn ook steeds bereid om onze bezorgdheden verder toe te lichten.

Met vriendelijke groeten,

Joke Paret

Vriendin van het Field Liberation Movement

[1] www.bio-council.be/docs/BAC_2013_0580_C…. Het 4e positief advies, van de heer Vincent Demoulin kan niet in beschouwing genomen worden, aangezien deze plaatsvervanger is van de heer Philipe Baret (zie hierover artikel 13 van het huishoudelijk reglement. Mr Demoulin heeft wel degelijk advies verleend zoals blijkt uit de beschikbare documenten. )

[2] www.bio-raad.be/arb_rio.html#A13

[3] We lezen dat 2 experten op 3/10/2013 een minderheidsopinie toevoegden, en dat 1 expert op 27/09/2013 uitgebreid een aantal tekortkomingen van het dossier aanhaalde. Aangezien er geen verslag bestaat van een bijeenkomst, noch een schriftelijke bijlage bestaat, is het onmogelijk te achterhalen of andere experten effectief een advies uitbrachten. Nochtans is een volledig synthese rapport nodig volgens artikel 24 van het intern reglement.

[4] Op de blog van Philipe Baret (http://www.philagri.net/?p=580), één van de experten uit de raad, lezen we “Sans qu’il y ait eu ni délibération, ni consensus, ni vote, (1) le Conseil belge de Biosécurité vient d’émettre un avis favorable B/BE/13/V1 pour un essai de peupliers transgéniques”. Dit is in strijd met het interne reglement. Baret formuleert het als volgt: “Contrairement à l’article 13 du règlement d’ordre intérieur du Conseil de biosécurité, cet avis n’a pas fait l’objet d’une réunion mais est le fruit d’une consultation électronique des membres. Comme il n’avait pas de consensus, cet avis aurait du faire l’objet d’un vote. Ce vote n’a pas été organisé ni physiquement, ni électroniquement.

[5] Een expert stelt: “The document we received is a description of what we know and think on the biosafety issues related to transgenic poplar. It is not a risk assessment document as it is not based on a science-based and quantitative approach of the question. For most of the items, the rationale is “there is no data indicating a risk so there is no risk”.
Een tweede expert stelt : “l’évaluation présentée par le notifiant est partielle et partiale. Partielle car elle n’envisage qu’une petite partie des conséquences sur les organismes non cibles. Partiale car, sans donner aucune information quantitative, sans aucun réel calcul de risque, elle conclut au caractère négligeable ou improbable de risque.” (http://www.philagri.net/?p=580)

[6] http://www.centerforfoodsafety.org/reports/2637/home#
Annex:

Deze nieuwe consultatieronde zou bijvoorbeeld aan de volgende voorwaarden kunnen voldoen :

• Een nieuw advies op basis van een stemming van minstens acht van de twaalf leden, wegens het ontbreken van consensus. Quorum van twee derde voorgeschreven in artikel 10.2
• Beduidend meer transparantie in de werking van de bioveiligheidsraad met betrekking tot schriftelijke procedures en stemmingen. Hiervan bestaan geen verslagen;
• Respect van het huishoudelijk reglement van de bioveiligheidsraad over de ganse lijn. Gezien de huidige problemen betreffende dit punt kan hiervoor best een extern observator aangesteld worden.
• Het houden van minstens één fysieke vergadering over het dossier in kwestie;
• Rekening houden met minderheidsopinies en publieksraadpleging, of minstens uitvoerig motiveren waarom dit niet gebeurd is (o.m. de vragen in www.fieldliberation.org/2013/02/22/zeg-… populieren/);
• Een degelijke en science-based risico-analyse. Hiervoor zijn meer en onafhankelijker gegevens voor nodig; Ook de recente studie van Center for Food Safety zou hier in moeten meegenomen worden.
• Uitsluiten van belangenvermenging bij de behandeling van het dossier. Twee van de drie volgens onze informatie geldige positieve adviezen hebben belangen in dit dossier (Dirk Reheul verbonden aan de Ugent en Marc Deloose verbonden aan het ILVO);
• Een evaluatie door de bioveiligheidsraad zou zowel de risico’s als de pertinentie van proeven moeten kunnen evalueren.

ANTWOORD VAN MINISTER WATHELET EN ONKELINX

http://www.fieldliberation.org/wp-content/uploads/2013/10/onkelinx_wathelet_antw_clean.pdf

ANTWOORD VAN MINISTER SCHAUVLIEGHE:

———- Doorgestuurd bericht ———-
Van:
Datum: 28 oktober 2013 17:13
Onderwerp: RE: 2013101017/Geknoei en onenigheid in de bioveiligheidsraad. Bijkomend advies nodig alvorens een GGO bos in Vlaanderen aan te planten
Aan:
Geachte,

We hebben met aandacht uw bericht van 16/10/2013 gelezen waarin u uw bezorgdheid uit met betrekking tot de tweede reeks van veldproeven met populieren met een gewijzigde houtsamenstelling in Wetteren.

Net zoals u hebben we kennis genomen van de commotie die recent is ontstaan naar aanleiding van het dossier rond een tweede reeks van veldproeven met populieren met een gewijzigde houtsamenstelling in Wetteren.  We delen uw bezorgdheid ter zake, en hebben dan ook aan onze diensten  gevraagd om dit dossier van nabij op te volgen.

Wat betreft de werking van de bioveiligheidsraad, die niet onder Vlaamse bevoegdheid valt, is het betreurenswaardig dat de sereniteit die de werking van een wetenschappelijke raad zou moeten uitstralen, duidelijk verstoord is. Discussies onder wetenschappers of over de interne werking van wetenschappelijke raden horen niet in de pers te worden uitgevochten. Het is echter wel cruciaal dat de werking en de adviezen van de bioveiligheidsraad correct zijn, dat de werking transparant is en dat de uitgebrachte adviezen  boven alle verdenking staan. De discussie over ggo’s is zonder de recente commotie rond de bioveiligheidsraad al moeilijk genoeg. Zoals gezegd, kan de minister hierin echter niet rechtstreeks tussenkomen. Aangezien het advies officieel werd overgemaakt, moeten we er tot nader order van uitgaan dat het advies van de bioveiligheidsraad ook procedureel gedekt is.

Wat betreft het wetenschappelijk advies zelf hadden noch onze diensten, noch de diensten van de minister, bevoegd voor de landbouw en de visserij, iets toe te voegen aan het uitgebrachte wetenschappelijk advies vanwege de bioveiligheidsraad.  Minister Schauvliege heeft dan ook geen bijkomend formeel advies verstrekt, zoals dat wettelijk mogelijk is binnen een periode van 10 werkdagen na ontvangst van het advies. We gaan er van uit dat de 2 bijkomende voorwaarden die in het advies werden geformuleerd, integraal deel uitmaken van het advies en dat deze dus ook zullen meegenomen worden in de uiteindelijke beslissing van de federale minister.

Wat betreft de vraag m.b.t. merkers met antibioticaresistentie is er een brede consensus  dat specifiek deze categorie van merkers inert is en geen problemen veroorzaakt voor de mens of het leefmilieu. Indien het tegendeel zou aangetoond worden, zijn we de eerste om te vragen dat deze merkers niet langer meer zouden achterblijven in de genetisch gewijzigde populieren.

Wat uw opmerking van de recente studie door het Center for Food Safety betreft, rekenen ook wij er op dat de bioveiligheidsraad rekening houdt met alle beschikbare informatie over mogelijke ecologische effecten, in zoverre deze wetenschappelijk gevalideerd is. Discussies over socio-economische elementen of andere aspecten, die niet rechtstreeks te maken hebben met de risico’s voor de volksgezondheid en het leefmilieu,  behoren tot nader order niet tot de bevoegdheid van de bioveiligheidsraad, en zijn in deze dus  ook niet aan de orde.

We concluderen uit het bovenstaande dat er geen aanwijzingen zijn die aanleiding geven om bijkomend onderzoek te laten uitvoeren.

Met vriendelijke groeten,

Sibylle Verplaetse

Raadgever Land, grond en mest

Kabinet van Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege

www.jokeschauvliege.be